Mensen hebben verschillende houdingen ten opzichte van kwesties die verband houden met gendergelijkheid. Er zijn duidelijk verschillen in houding tussen mannen en vrouwen en tussen generaties. Jonge mannen hebben bijvoorbeeld een lagere perceptie van feminisme dan volwassen mannen, terwijl vrouwen, ongeacht hun generatie, eerder vinden dat hun rechten onvoldoende zijn voor een volwaardig leven in de maatschappij.
Aan de vooravond van Internationale Vrouwendag publiceerde King’s College London (VK) een rapport over gendergelijkheid en leiderschap van vrouwen. De auteurs analyseerden de meningen van meer dan 24.000 mannen en vrouwen van 16 tot 74 jaar uit 31 landen. Alle gegevens werden online verzameld, maar in India voerden de onderzoekers 1.800 van de 2.200 interviews persoonlijk uit.
Als onderdeel van het onderzoek werd inwoners van verschillende landen gevraagd om uitspraken te beoordelen op een vierpuntsschaal: “sterk mee eens/mee eens”, “tamelijk mee eens/mee eens”, “tamelijk mee oneens/afkeurend”, en “sterk mee oneens/afkeurend”. Alle stellingen hadden betrekking op vrouwenrechten en op de perceptie van mannen en vrouwen in leidinggevende posities in het bedrijfsleven en de politiek.
Van alle respondenten is 54% van mening dat vrouwen erin geslaagd zijn om hun eigen empowerment te bereiken: ze zijn het eens of “eerder eens” met deze stelling. Vergeleken met 2019 is dit aandeel met 12% gestegen. Er zijn nog steeds meer mannen onder de aanhangers van deze opvatting (60% vs. 49% voor het andere geslacht), maar het percentage vrouwen dat het ermee eens is, is in veel landen gestegen. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld beschreef 39% van de ondervraagde vrouwen hun rechten als voldoende, een stijging van 5% ten opzichte van vorig jaar.
